Auteursarchief: elsverheyen

Over elsverheyen

Els Verheyen is klinisch psychologe en docente psychologie. Zij werkt bij de patiënten- en familievereniging AN-BN vzw en helpt mensen op weg met vragen en zorgen over eetstoornissen en aanverwante problemen.

Wat als je kind een eetstoornis heeft?

Zondag 13 september 2009. De dag waarop dochter Chloë overleed aan de gevolgen van anorexia nervosa van het gemengde type. Maandenlang had de zoektocht naar hulp geduurd. En net op het moment dat er een oplossing in zicht leek te komen, sloeg het noodlot staalhard toe. Er was geen ontkennen meer aan: de eetstoornis was Chloë fataal geworden. Vijf à acht procent van de personen die aan anorexia nervosa lijden overlijden aan de gevolgen ervan. Daarmee behoort anorexia tot de meest dodelijke psychiatrische stoornissen. Maar, eigenlijk had het niet zover mogen komen… Chloë was nog zo jong en ze had niet eens zo lang een eetstoornis. Maar maandenlange wachtlijsten, stroef lopende communicatie, teveel tijd tussen doorverwijzingen, onbegrip in de omgeving, een gebrek aan kennis, en een eetstoornis die niet altijd even zichtbaar was voor de buitenwereld,… waren allemaal aparte druppels die de emmer hebben doen overlopen. Zonder iemand persoonlijk met de vinger te willen wijzen, legt dit verhaal een aantal pijnpunten bloot waar zovele ouders tegenaan lopen. Heel wat ervaringen en gevoelens zullen herkenbaar zijn voor elke ouder of opvoeder die zich zorgen maakt om een kind met een eetstoornis.

In het boek ‘Help! Mijn kind heeft een eetstoornis’ lees je niet alleen over de ervaringen van het gezin waarin Chloë opgroeide, geschreven vanuit het perspectief van hun huisarts, Staf Henderickx. Daarnaast lees je in het stuk dat ik schreef ook wat ouders, opvoeders en andere betrokkenen bij een persoon met een eetstoornis kunnen doen. De afgelopen jaren hebben mensen mij zoveel verhalen verteld, dat het tijd werd om er iets mee te doen. Ik wou een stem geven aan de mensen die zelf hebben ervaren hoe het is om als familie betrokken te zijn op een kind met een eetstoornis: welke vragen komen er op je af, waar ben je bang voor, welke zorgen heb je, en… hoe ga je er dan mee om? Wat zijn dingen die je kunnen helpen? Waar kan je terecht voor hulp? Wat kan je leren uit de verhalen van andere familieleden van personen met een eetstoornis? Welke fasen zijn er eigenlijk in een herstelproces en hoe kan je steunend aanwezig zijn in die verschillende fasen?

Het boek werd speciaal geschreven voor alle ouders, opvoeders en leerkrachten die vermoeden dat een kind een eetstoornis heeft. Zij voelen zich vaak machteloos staan en hebben nood aan handvaten en informatie om de problemen het hoofd te kunnen bieden. Maar het boek is ook geschreven voor (studenten en) hulpverleners die willen weten wat ouders en andere familieleden doormaken, welke vragen ze hebben, wat ze hopen en verwachten van een goede hulpverlening bij eetstoornissen. Wil je voorbereid zijn en mensen met een eetstoornis en hun naasten beter begrijpen? Dan is dit boek een goed startpunt! Je vindt er persoonlijke verhalen die verbonden worden met de meest recente inzichten over (hulp bij) eetstoornissen.

Op vrijdag 13 maart (opnieuw: vrijdag de 13de) stellen we in het Cultureel Centrum De Adelberg het boek voor aan het publiek. Je kan er een exemplaar aankopen en laten signeren. Vriendinnen van Chloë zorgen voor een prachtige muzikale omkadering. Het wordt een avond om stil van te worden, maar ook om uit te leren. Wat gebeurd is, kan niet ongedaan gemaakt worden. Maar we kunnen het ook niet meer vergeten, want we zullen het verhaal van Chloë delen. We delen het om andere ouders een hart onder de riem te steken, om hen te steunen in de zoektocht naar gepaste hulp, om hen terug te laten geloven in de alarmsignalen die zij zelf aanvoelen en waar ze misschien niet meer op durven vertrouwen, om hen op weg te zetten om samen (het hele gezin, maar ook de bredere context) te werken aan herstel.

LEES HIER DE UITNODIGING

Wil je graag een boek bestellen? Dat kan via BAAN Chloë. De opbrengst van het boek gaat naar deze vereniging, die zich inzet voor een betere aanpak van eetstoornissen bij minderjarigen.

10991353_798710506861326_4027063278046156901_n

De symbolische waarde van Playmobil

Gisteren stelden we in de Romaanse Poort in Leuven onze nieuwe website voor.
Het werd een gezellige avond, waar ook de nieuwe missie, visie en huisstijl werden toegelicht door enkele van onze vrijwilligers.

Ter informatie: op de foto’s is geen publiek te zien. Dit is een bewuste keuze, omdat we de anonimiteit van de deelnemers willen waarborgen 😉


Oranje

In de nieuwe huisstijl vinden we de kleur oranje terug, omdat die hoopvol en warm is. En ook omdat we geen definitieve breuk wilden maken met het verleden: we willen een traditie verderzetten en verder bouwen op de werking die ANBN de afgelopen 35 jaar al geworden was. In het vorige logo kwamen de kleuren wit, zwart, grijs en oranje voor. We kozen ervoor om het oranje en wit te behouden.

Logo

Het nieuwe logo nodigt uit tot gesprek (een tekstballon), maar toont ook dat we met anderen in gesprek willen gaan (samenwerken), door te luisteren en goed te informeren en ervaringen te delen. We zetten meer dan vroeger in op het samen zoeken naar wat kan bijdragen tot herstel, zowel vanuit het perspectief van mensen met een eetstoornis als vanuit het perspectief van de familie.
logo anbn

 

 

 


Playmobil

Een vraag die ik intussen al een paar keer kreeg is waarom we in de nieuwe huisstijl hebben gekozen voor Playmobil.

  • Vertrouwd en betrouwbaar
    Heel wat generaties zijn opgegroeid met de alom bekende poppetjes en hun attributen. Het roept meteen herinneringen op, wat tegelijk een vertrouwd gevoel geeft. We hopen met onze vereniging ook een vertrouwde partner te worden. 
    Verder is dit speelgoed degelijk en betrouwbaar van kwaliteit. Zo wil ook ANBN bekend staan: als een degelijke en betrouwbare partner in de (zelf)zorg bij eetstoornissen. We willen er stevig staan!
    20150219_8113

 

 

 

 

 

  • Universeel en anoniem
    Iedereen kan zich herkennen in de figuren, die erg divers zijn en ook mee evolueren met de tijdsgeest. Tegelijk kan een figuurtje ook symbool staan voor zovele personages, die in ontzettend veel verschillende situaties kunnen figureren. De verhalen die onze vrijwilligers en ervaringsdeskundigen willen delen zijn voor een stuk wel individueel, maar tegelijk zitten er ook heel wat universeel herkenbare thema’s in. Verder zijn de Playmobil-figuurtjes een manier om uit te drukken dat we werken met mensen, met verhalen, zonder er een gezicht op te moeten plakken. Mensen zijn bij ANBN ook anoniem welkom, zonder hun persoonlijke informatie (identiteit) te delen.
    OLYMPUS DIGITAL CAMERA

  • Speels creëren
    Herstellen betekent vaak dat je uit de ‘comfortzone’ (de veilige hel) van de eetstoornis moet durven stappen. We willen mensen daartoe uitnodigen door humor en zelfrelativering te gebruiken, door creatieve uitdagingen aan te gaan en zo hun eigen herstelproces (mee) vorm te geven. Playmobil staat dan ook symbool voor het creatieve en speelse, dat mensen kan helpen om vastgeroeste patronen wat losser te maken.

    Foto’s van Hein en Frans.

20150219_8097 20150219_8100 20150219_8101 20150219_8104

Nieuwe website voor ca. 10.000 Vlamingen met een eetstoornis

Online ervaringen delen, is eerste stap naar herstel

Leuven, 19 februari 2015Meer dan de helft van de naar schatting 10.000 mensen met een eetstoornis in Vlaanderen schakelt geen professionele hulp in. Amper 6,5 procent zoekt hulp in een gespecialiseerd eetstoorniscentrum. De eetstoornisvereniging Anorexia Nervosa Boulimia Nervosa (ANBN) stelt vandaag een nieuwe website voor, waarmee ze de drempel naar hulp en herstel voor deze patiënten sterk hoopt te verlagen.

Domus Medica schat het aantal mensen met anorexia nervosa in Vlaanderen op ongeveer 1.000; het aantal Vlamingen met boulimia nervosa zou zelfs op ca. 4050 liggen. Een voorzichtige raming leert dat daarnaast nog minstens evenveel mensen lijden aan een derde groep van eetstoornissen: de binge eating disorder of eetbuistoornis. Doordat eetstoornissen hardnekkig en zelfs dodelijk kunnen zijn, hebben ze een enorme impact op de levenskwaliteit van die ca. 10.000 patiënten, maar ook op het welzijn van een veelvoud aan mantelzorgers in hun gezin of directe omgeving.

Uit onderzoek (Preti en collega’s, 2009) blijkt dat in België het aantal mensen met een eetstoornis dat professionele hulp inschakelt zich ergens tussen de 30 en de 48 procent situeert. Het merendeel van de patiënten met een eetstoornis komt er dus niet toe de stap naar enige vorm van hulpverlening te zetten. De gespecialiseerde eetstoorniscentra in Vlaanderen kenden in 2013 642 opnames. Dat is geen 6,5 procent van het totaal, en – hoewel lang niet iedere eetstoornis met een opname behandeld hoeft te worden – het topje van een massieve ijsberg. Die hoge drempel naar therapie is erg jammer, want herstel is wel degelijk mogelijk.

Ervaringen delen

De ervaringsdeskundigen van ANBN zijn daar het levende bewijs van. Zij zetten zich vrijwillig in om mee op weg te gaan naar herstel, samen met lotgenoten en familieleden. Het is duidelijk dat anonimiteit en laagdrempeligheid erg belangrijk zijn om mensen in de richting van informatie of hulp te leiden. In de nieuwe ANBN-website wordt daar sterk op gefocust.

Toen ik zelf begreep dat ik een eetstoornis had, wou ik daar wel hulp voor zoeken, maar ik schaamde me te erg om er met iemand uit mijn omgeving over te praten,’ vertelt een vrijwilliger. ‘Daar hebben we rekening mee gehouden bij het ontwikkelen van de nieuwe website. We kiezen bewust voor anonieme beelden op de site. Mensen kunnen ons via verschillende kanalen contacteren en ze hoeven zich niet bekend te maken als ze het daar te moeilijk mee hebben. We brengen ook meerdere waarheidsgetrouwe getuigenissen waar heel wat mensen zich in kunnen herkennen: geen saaie theorie, maar sprekende verhalen, uit het leven met een eetstoornis gegrepen.’

 ‘We zetten meer dan voorheen in op het delen van ervaringen, door mensen de kans te geven hun verhaal te delen. Daarmee kunnen ze zelf ook hoop geven en inspiratie bieden aan anderen. We brengen mensen samen om te leren uit wat anderen heeft  geholpen, waar hun valkuilen liggen, hoe zij ermee omgaan en op welke manier professionele hulp kan bijdragen tot herstel’, zegt Els Verheyen, de kersverse voorzitter van ANBN.

ANBN was vooraf al bekend van zijn Inloophuis, de Inloopmobiel, de chat en het online forum voor mensen met een eetstoornis. Deze initiatieven groeien gestadig, eveneens dankzij de inzet van ervaringsdeskundigen en vrijwilligers. De vereniging, die bestaat dankzij de steun van structurele sponsors, wordt ook vaak gevraagd voor lezingen en workshops in scholen, ouderraden en andere fora. De ANBN-website moet vanaf nu hét laagdrempelige startportaal bij uitstek worden voor alle Vlamingen met een eetstoornis. Het is uiteindelijk aan hen om uit te maken hoe ze hun hulpverlening willen modelleren, maar daar vinden ze alvast getuigenissen én nuttige informatie over op de nieuwe website: www.anbn.be.

persbericht

 

persbericht1

 
Ter info

Volgens de berekeningen van Domus Medica zijn er in Vlaanderen ongeveer 1000 personen met anorexia nervosa en 4050 personen met boulimia nervosa (1). Deze cijfers zijn gebaseerd op het standaardwerk Handboek Eetstoornissen (2). Omdat de diagnose ‘binge eating disorder’ nog niet erkend was als aparte categorie op het moment dat dit Handboek Eetstoornissen geschreven werd, zijn er voorlopig geen cijfers over deze groep bekend. Toch doen onderzoeken uit het buitenland (vb. Canada en Australië) ons wel vermoeden dat de eetbuistoornis minstens even frequent voorkomt als boulimia nervosa en misschien zelfs nog vaker. Het aantal patiënten dat in 2013 in een van de grote eetstoorniscentra werd behandeld, werd voorgesteld op het vierde congres van de Vlaamse Academie Eetstoornissen: 642 personen zochten hulp voor de eetstoornis in een gespecialiseerd centrum (3). Over het aantal personen dat in ambulante therapie is zijn geen gegevens voor de Vlaamse situatie bekend. Wel weten we uit een prevalentie-onderzoek van Preti en collega’s (4) dat een minderheid hulp zoekt voor de eetstoornis:

(1) Domus Medica vzw, Hoe vaak zal een huisarts met eetstoornissen te maken hebben, Domusmedica.be, 2010.
(2) Vandereycken, V., & Noordenbos, G., Handboek Eetstoornissen, De Tijdstroom, Utrecht, 2008.
(3) Vanderlinden, J., Kenmerken van eetstoornispatiënten behandeld in de gespecialiseerde centra in Vlaanderen anno 2014, PowerPointpresentatie, vierde congres Vlaamse Academie Eetstoornissen, https://drive.google.com/file/d/0B3c2ulw0Phj8SVVwUW9NajRLa0E/view
(4) Preti A et al., The epidemiology of eating disorders in six European countries: results of the ESEMeD-WMH project. Journal of Psychiatric Research, 2009.

logo anbn

Mede mogelijk gemaakt dankzij de steun van:
Logo Nationale Loterij

 

Eetstoornissen en relaties: kan dat wel samen (goed) gaan?

psychologies“Een eetstoornis maakt dat je met drie in een relatie zit. De derde entiteit is een duivel. In het begin besef je dat niet.” (Selhorst, Psychologies Magazine, p. 93)

Karolien Selhorst schreef een uitgebreid artikel in de Vlaamse editie van Psychologies Magazine met als titel ‘Je relatie onder druk door een eetstoornis’. Het thema eetstoornissen ligt Karolien nauw aan het hart, omdat ze er zelf ervaring mee heeft.

Voor het artikel had Karolien een paar vragen aan me voorgelegd, o.a. om te weten te komen wat onderzoek ons kan vertellen over de impact van eetstoornissen op partners.

Als we spreken over eetstoornissen, dan denken heel wat mensen als eerste meteen aan jonge meisjes met anorexia. Maar dan vergeten we dat een grote groep personen met een eetstoornis volwassen is, en misschien ook wel een andere eetstoornis heeft dan anorexia (vb. boulimia of binge eating disorder). En waar we ook niet altijd aan denken, is dat heel wat mensen met een eetstoornis een partner hebben.

Wat weten we nu eigenlijk uit het onderzoek naar partnerrelaties en eetstoornissen?

Wanneer je iemand leert kennen en het klikt, dan is dat omdat je die persoon in zijn geheel graag hebt. Wat heel wat partners echter onderschatten is de impact die een eetstoornis kan hebben. In het begin is het moeilijk om dat echt goed in te schatten, want als je een eetstoornis hebt, vertel je doorgaans niet zomaar alles wat er in je opkomt aan gedachten en zorgen. De eetstoornis zit verborgen en het kan soms lang duren voor de venijnige kanten zich duidelijker op de voorgrond durven tonen. Maar na verloop van tijd wordt het toch duidelijker dat de eetstoornis (te)veel ruimte inneemt…

Partners kunnen daar heel verschillend op reageren, afhankelijk van wie ze zelf zijn en van wat ze zelf in hun leven hebben doorgemaakt of meegekregen. In grote (veralgemenende) lijnen merken onderzoekers dat een aantal verschillende patronen vaker voorkomt bij koppels waar één van de partners een eetstoornis heeft.

In sommige koppels is er een eerder vermijdende stijl. Er wordt niet echt gesproken over de eetstoornis, maar ook niet over andere dingen die tot een conflict kunnen leiden (vb. over het samen boodschappen doen, over gebrek aan intimiteit, over grote en kleine ergernissen).
In andere koppels zijn er juist frequent conflicten over dit soort thema’s. Vaak liggen gevoelens van machteloosheid, bezorgdheid en frustratie hier aan de basis. Want je wil een relatie met je partner, en niet met die verwoestende eetstoornis.

Concreet zien we ook dat partners soms de neiging hebben om de reddersrol op zich te nemen. Je maakt je zorgen en zou alles willen doen om je partner te helpen. Daar kan je soms erg ver in gaan. Zo ver, dat je er ook zelf onder gebukt gaat. Zorgen voor een partner met een eetstoornis kan even zwaar doorwegen als zorgen voor een partner met bijvoorbeeld kanker.

Enkele adviezen die mensen willen delen die zelf in de valkuil van de redder zijn gelopen:
– neem elke dag (minstens) een half uur de tijd voor jezelf
– maak afspraken over wat helpend kan zijn en wat voor jou haalbaar is
– maak voldoende tijd om samen dingen te blijven doen die niets te maken hebben met eten en gewicht, maak samen een wandeling, deel een hobby of passie, ga samen op bezoek bij vrienden,…
– blijf de persoon zien, naast de eetstoornis
– onthoud dat jij wel kan supporteren, kan zeggen en tonen wat je zo waardeert aan je partner, dat je tijd en ruimte kan geven, maar dat je partner een aantal dingen echt zelf moet doen. (Maar “zelf doen” is niet hetzelfde als “alleen doen”.)

Een andere mogelijke reactie is dat partners eigenlijk niet goed weten hoe ze hun partner kunnen ondersteunen. Soms veronderstellen partners dat het voldoende is als de persoon met een eetstoornis in therapie of opname gaat. Ze houden dan afstand, waardoor het kan lijken of ze niet geïnteresseerd zijn. Mijn ervaring is dat partners doorgaans helemaal niet zo ongevoelig of harteloos zijn, maar dat ze gewoon niet weten hoe te reageren en ook bang zijn om iets verkeerd te zeggen of te doen (“Ik weet echt niet meer wat ik nog mag zeggen. Er komt toch altijd ruzie van. Dus dan zwijg ik maar.”). 
Soms denken partners dat behandeling van een eetstoornis werkt zoals het behandelen van een fysiek probleem: de patiënt heeft een ziekte en de dokter behandelt die ziekte. Vanuit zo’n idee is het logisch dat het niet zo duidelijk is wat je als partner zou kunnen doen om te helpen bij het herstelproces. Toch zien we dat partners die zich informeren en die samen zoeken naar wat kan helpen zelf minder te lijden hebben onder de eetstoornis en daarnaast ook een sterke supporter kunnen worden.

Wil je nog meer weten? Lees dan het artikel, vanaf p.92 in Psychologies Magazine 😉
Of neem contact op met ANBN, waar je jouw vragen of zorgen kan delen met ervaringsdeskundigen.

IMG_3295

De kracht van “Stillen” in 9 kernwoorden

10982448_796941330371577_4326763285894866322_n

Human Concern organiseert Stillen @ Delft

Afgelopen vrijdag 6 februari trokken we met een paar vrijwilligers van ANBN op uitstap naar Delft. Daar organiseerde Human Concern de theatervoorstelling “Stillen“. Voor ons was het de ideale gelegenheid om een aantal van onze Nederlandse zusterverenigingen wat beter te leren kennen, om inspiratie te vinden en om ervaringen te delen. We hebben er kunnen praten met mensen van Stichting-JIJ, W-eet en Human Concern zelf.

1454611_796941363704907_7880194616839178511_nMaar boven alles keken we reikhalzend uit naar de voorstelling van Maartje Wikkerink. Zelf ervaringsdeskundige en hersteld van een eetstoornis gebruikt ze haar passie en talent voor theater en poppentheater om heel krachtig een beeld te schetsen van het leven met een eetstoornis, maar vooral ook van de weg naar herstel. Op 17 maart komt Stillen ook naar Vlaanderen, meer bepaald in Kortenberg. Ideaal voor iedereen die met eetstoornissen in aanraking komt. Of je nu zelf een eetstoornis hebt (gehad), of iemand in je omgeving kent, of zelf mensen met eetstoornissen op weg helpt naar herstel: deze voorstelling is zo sterk dat je het niet mag missen.

Waarom je ‘Stillen’ echt gezien moet hebben? Dat vertel ik je hieronder in 9 kernbegrippen.

  1. Levensecht
    Je merkt het door alles heen. Dit is geen “toneel over” eetstoornissen, maar een levensecht verhaal. Maartje verwerkt zowel persoonlijke ervaringen als verhalen van lotgenoten en dat merk je in de kleine voorbeelden, de woorden, de beelden,… Je voelt meteen dat wat je ziet authentiek is.
  2. Duidelijk
    Heel mooi om te merken is dat alles heel duidelijk wordt gebracht. Duidelijkheid in de opbouw van het verhaal, duidelijkheid in het innemen van verschillende perspectieven, duidelijkheid in haar woord- en taalgebruik. Om een voorbeeld te geven: omdat wellicht niet iedereen het woord automutilatie kent, legt Maartje het gewoon even uit. In haar eigen woorden. Net zoals het woord “herstel”. Onze woordenboek-vriend Van Dale heeft daar zo zijn mening over, maar Maartje helpt ons begrijpen dat herstellen niet betekent dat je terugkeert naar een vroegere goede toestand…
  3. Verdiepend
    Eigenlijk gaat het niet over eten. Dat kom je ook te weten tijdens de voorstelling. Je leert zien waar het dan wel om gaat. Je leert ook in vraag stellen of wat mensen tijdens een opname moeten doen (terug leren eten, volgens een schema) wel voldoende is. En als het niet genoeg is, wat heeft een mens dan nog meer nodig om te herstellen? Wat heeft een klein meisje of een kleine jongen nodig om echt zichzelf te kunnen worden? Om te mogen en durven groeien? Om UIT de angst te stappen en het leven IN te stappen?
  4. Genuanceerd
    In de voorstelling gaat het niet alleen over een hoofdpersonage met een eetstoornis. Het gaat ook over hoe vader, moeder en kleine zus de situatie beleven. Ook zij krijgen een stem, waardoor je als toeschouwer beseft dat je een eetstoornis nooit alleen hebt. Eigenlijk leven al die mensen rondom jou ook mee. Ze voelen zich machteloos, ze maken zich zorgen en ze begrijpen het allemaal niet zo goed.
    Verder is de voorstelling ook genuanceerd omdat er niet in afgezaagde zinsneden wordt gesproken, maar juist in sterke citaten, in een persoonlijke getuigenis waarin je aangegrepen wordt door wat herkenbaar en gelijkend is en waar tegelijk heel open ruimte blijft voor verschillende ervaringen. Elk levensverhaal en herstelverhaal is uniek. En dat wordt heel mooi gerespecteerd.
  5. Gevarieerd
    Je hoeft alvast geen schrik te hebben voor een ellenlange monoloog. Er wordt gewerkt met getekende poppen, met een videoprojectie, met bewegingen, met maskers, met verhalen en stemmetjes. Er is zoveel te zien en het is prachtig hoe de ruimte en het materiaal zo doelgericht en ingenieus gebruikt worden! Vervelen doe je je geen seconde!
  6. Zorgend
    Wat heel mooi is aan deze voorstelling is hoe er met veel zorg voor de toeschouwers over is nagedacht. Als er al iets gezegd zou worden dat triggerend kan zijn, dan wordt dat eigenlijk zelfs meteen geëxpliciteerd. Maar geen gewichten hier, geen massa voedsel op het podium om een eetbui in beeld te brengen, of een weegschaal om de strijd ermee te duiden. Maartje weet wel andere manieren te vinden om ons daarover te vertellen 😉
    Verder is het ook heel zorgend dat er ruimte gemaakt wordt voor nabespreking. Zo’n verhaal horen kan heel wat met je doen. Zeker als je zelf nog in je eetstoornis zit, of als een familielid, partner of vriend(in) een eetstoornis heeft. Daarover mogen praten en je vragen mogen stellen kan zoveel deugd doen. Het kan de deur openzetten naar meer openheid en zo naar meer hulp.
  7. Hoopgevend
    Ze straalt! Ze heeft energie! Ze ziet er leuk en gelukkig en helemaal zichzelf uit! En ja, ze heeft haar eetstoornis overwonnen. Geen betere manier om anderen hoop te geven dan zelf een positief voorbeeld te zijn en je verhaal te delen!
  8. Sterk
    Je verhaal vertellen. Op een podium. Vol mensen die zelf verdomd goed weten waarover je spreekt en daardoor misschien zelfs wel heel kritisch kunnen zijn. Dat vraagt moed. Daarom vind ik het heel sterk van Maartje, wat ze gemaakt heeft en hoe ze alles wat ze heeft ervaren heeft gekneed en gevormd tot een sterkte, tot een kracht, tot een vorm waarin ze haar talent met de wereld kan delen!
  9. Motiverend
    Net doordat het verhaal zo hoopgevend is en de actrice zo sterk is en staat te stralen kan je niet anders dan naar huis gaan met het gevoel dat er hoop is. Dat er verandering en beterschap en herstel mogelijk is. Ik hoop alvast dat iedereen die de voorstelling gaat bekijken dit met zich kan meedragen: een vlammetje van hoop, een vooruitzicht van “wat hierna misschien allemaal mogelijk is”. Want ja, om te herstellen (of iemand daarbij te helpen) heb je hoop en perspectief nodig. Je hebt iets nodig waar je voor wil blijven leven, iets wat je zoveel kracht geeft dat je je grootste angst onder ogen durft te komen.

Heb je ook interesse om deze voorstelling eens te zien?
Op dinsdag 17 maart komt Stillen naar Kortenberg! Bekijk hier het programma en lees meer over waar en wanneer het doorgaat en hoe je kan inschrijven.

De andere speeldata kan je hier terugvinden.

En hier nog een klein voorsmaakje, om je eerste honger naar de voorstelling alvast te ‘stillen’ 😉

Stillen is een initiatief van Stichting Theater, Zorg en Welzijn / Kracht van Beleving;  een theaterbureau gespecialiseerd in voorstellingen die publiek laten zien en ervaren hoe (lichamelijke, geestelijke of verstandelijke) beperkingen een mensenleven beïnvloeden en  die stigmatisering  willen bestrijden. Voor informatie over en boekingen van deze en andere voorstellingen, zie  www.krachtvanbeleving.nl. Volg Stillen ook via Facebook.