Het project Inloopmobiel werd in 2011 na één jaar geëvalueerd. De resultaten tonen aan dat er het afgelopen jaar heel wat activiteiten werden georganiseerd en dat de doelgroep die we op voorhand beter wilden bereiken ook relatief goed werd bereikt. We hopen dat we volgend jaar opnieuw cijfers kunnen voorleggen waaruit minstens dezelfde resultaten blijken. Liefst van alles zouden we graag de nabije omgeving nog iets beter bereiken, met name: partners, ouders en andere familieleden.
Op 4 oktober 2011 werden deze cijfers gepresenteerd op het Eerste congres van de Vlaamse Academie Eetstoornissen. De posterpresentatie werd door de wetenschappelijke commissie beloond met de eerste prijs, een geldprijs van de Vlaamse Gemeenschap!
Auteurs: Els Verheyen (1) en Liesbeth Vander Elst (2)
(1) Klinisch psychologe, Vereniging Anorexia Nervosa Boulimia Nervosa vzw
(2) Onderzoeksmedewerkster, Faculteit Economie, KULeuven
Contact: els@anbn.be, liesbeth.vanderelst@econ.kuleuven.be
Meer info: www.anbn.be
Doelstelling: Deze studie onderzoekt welke invloed de “Inloopmobiel Eetstoornissen” tijdens het eerste werkjaar heeft gehad op de bezoekersaantallen.
Methode: In de periode tussen 1 september 2010 en 31 augustus 2011 werden alle activiteiten van zowel de Inloopmobiel (ILM) als het Inloophuis (ILH) geregistreerd. Tijdens de activiteiten noteerden medewerkers het aantal bezoekers op een gestandaardiseerd invulformulier. De resultaten werden geanalyseerd met statistische software R.
Resultaten: Tussen 1 september 2010 en 31 augustus 2011 hielp AN-BN 1980 mensen verder. 1464 personen (74%) kwamen langs bij de Inloopmobiel en 516 (26%) in het Inloophuis. Het Inloophuis kreeg hiermee op een jaar tijd iets meer bezoekers over de vloer dan het voorafgaande jaar [X² = 3.2131 (1), p < .10].
De Inloopmobiel was aanwezig op 78 activiteiten (N= 1464 bezoekers). Gemiddeld werden 19 personen per activiteit bereikt. De Inloopmobiel hield het vaakst halt bij steden en gemeenten (N= 37) en bij eetstoorniscentra (N= 26). Ook scholen (N = 9) en gezondheidsbeurzen werden bezocht (N =2). Daarnaast ging de ILM op afspraak langs bij organisaties (N= 4).
Wanneer we de bezoekersaantallen verder analyseren, zien we dat er zoals verwacht procentueel gezien minder patiënten naar de Inloopmobiel (N = 153) dan naar het Inloophuis (N = 344) kwamen [X² = 73.4024 (1), p < .001]. Daarnaast werd ook de hypothese bevestigd dat meer mensen uit de “omgeving” werden bereikt. Wanneer we naar de “brede omgeving” kijken (student, teacher, professional), dan zien we dat zij significant meer gebruik maakten van de Inloopmobiel (N = 1059) dan van het Inloophuis (N = 98) [X²= 798.2031 (1), p < .001]. Ook voor de “nabije omgeving” (partners, parents, siblings) geldt hetzelfde [N Inloopmobiel = 115, N Inloophuis = 29, X² = 51.3611 (1), p < .001].