Online ervaringen delen, is eerste stap naar herstel
Leuven, 19 februari 2015 – Meer dan de helft van de naar schatting 10.000 mensen met een eetstoornis in Vlaanderen schakelt geen professionele hulp in. Amper 6,5 procent zoekt hulp in een gespecialiseerd eetstoorniscentrum. De eetstoornisvereniging Anorexia Nervosa Boulimia Nervosa (ANBN) stelt vandaag een nieuwe website voor, waarmee ze de drempel naar hulp en herstel voor deze patiënten sterk hoopt te verlagen.
Domus Medica schat het aantal mensen met anorexia nervosa in Vlaanderen op ongeveer 1.000; het aantal Vlamingen met boulimia nervosa zou zelfs op ca. 4050 liggen. Een voorzichtige raming leert dat daarnaast nog minstens evenveel mensen lijden aan een derde groep van eetstoornissen: de binge eating disorder of eetbuistoornis. Doordat eetstoornissen hardnekkig en zelfs dodelijk kunnen zijn, hebben ze een enorme impact op de levenskwaliteit van die ca. 10.000 patiënten, maar ook op het welzijn van een veelvoud aan mantelzorgers in hun gezin of directe omgeving.
Uit onderzoek (Preti en collega’s, 2009) blijkt dat in België het aantal mensen met een eetstoornis dat professionele hulp inschakelt zich ergens tussen de 30 en de 48 procent situeert. Het merendeel van de patiënten met een eetstoornis komt er dus niet toe de stap naar enige vorm van hulpverlening te zetten. De gespecialiseerde eetstoorniscentra in Vlaanderen kenden in 2013 642 opnames. Dat is geen 6,5 procent van het totaal, en – hoewel lang niet iedere eetstoornis met een opname behandeld hoeft te worden – het topje van een massieve ijsberg. Die hoge drempel naar therapie is erg jammer, want herstel is wel degelijk mogelijk.
Ervaringen delen
De ervaringsdeskundigen van ANBN zijn daar het levende bewijs van. Zij zetten zich vrijwillig in om mee op weg te gaan naar herstel, samen met lotgenoten en familieleden. Het is duidelijk dat anonimiteit en laagdrempeligheid erg belangrijk zijn om mensen in de richting van informatie of hulp te leiden. In de nieuwe ANBN-website wordt daar sterk op gefocust.
‘Toen ik zelf begreep dat ik een eetstoornis had, wou ik daar wel hulp voor zoeken, maar ik schaamde me te erg om er met iemand uit mijn omgeving over te praten,’ vertelt een vrijwilliger. ‘Daar hebben we rekening mee gehouden bij het ontwikkelen van de nieuwe website. We kiezen bewust voor anonieme beelden op de site. Mensen kunnen ons via verschillende kanalen contacteren en ze hoeven zich niet bekend te maken als ze het daar te moeilijk mee hebben. We brengen ook meerdere waarheidsgetrouwe getuigenissen waar heel wat mensen zich in kunnen herkennen: geen saaie theorie, maar sprekende verhalen, uit het leven met een eetstoornis gegrepen.’
‘We zetten meer dan voorheen in op het delen van ervaringen, door mensen de kans te geven hun verhaal te delen. Daarmee kunnen ze zelf ook hoop geven en inspiratie bieden aan anderen. We brengen mensen samen om te leren uit wat anderen heeft geholpen, waar hun valkuilen liggen, hoe zij ermee omgaan en op welke manier professionele hulp kan bijdragen tot herstel’, zegt Els Verheyen, de kersverse voorzitter van ANBN.
ANBN was vooraf al bekend van zijn Inloophuis, de Inloopmobiel, de chat en het online forum voor mensen met een eetstoornis. Deze initiatieven groeien gestadig, eveneens dankzij de inzet van ervaringsdeskundigen en vrijwilligers. De vereniging, die bestaat dankzij de steun van structurele sponsors, wordt ook vaak gevraagd voor lezingen en workshops in scholen, ouderraden en andere fora. De ANBN-website moet vanaf nu hét laagdrempelige startportaal bij uitstek worden voor alle Vlamingen met een eetstoornis. Het is uiteindelijk aan hen om uit te maken hoe ze hun hulpverlening willen modelleren, maar daar vinden ze alvast getuigenissen én nuttige informatie over op de nieuwe website: www.anbn.be.
Ter info
Volgens de berekeningen van Domus Medica zijn er in Vlaanderen ongeveer 1000 personen met anorexia nervosa en 4050 personen met boulimia nervosa (1). Deze cijfers zijn gebaseerd op het standaardwerk Handboek Eetstoornissen (2). Omdat de diagnose ‘binge eating disorder’ nog niet erkend was als aparte categorie op het moment dat dit Handboek Eetstoornissen geschreven werd, zijn er voorlopig geen cijfers over deze groep bekend. Toch doen onderzoeken uit het buitenland (vb. Canada en Australië) ons wel vermoeden dat de eetbuistoornis minstens even frequent voorkomt als boulimia nervosa en misschien zelfs nog vaker. Het aantal patiënten dat in 2013 in een van de grote eetstoorniscentra werd behandeld, werd voorgesteld op het vierde congres van de Vlaamse Academie Eetstoornissen: 642 personen zochten hulp voor de eetstoornis in een gespecialiseerd centrum (3). Over het aantal personen dat in ambulante therapie is zijn geen gegevens voor de Vlaamse situatie bekend. Wel weten we uit een prevalentie-onderzoek van Preti en collega’s (4) dat een minderheid hulp zoekt voor de eetstoornis:
(1) Domus Medica vzw, Hoe vaak zal een huisarts met eetstoornissen te maken hebben, Domusmedica.be, 2010.
(2) Vandereycken, V., & Noordenbos, G., Handboek Eetstoornissen, De Tijdstroom, Utrecht, 2008.
(3) Vanderlinden, J., Kenmerken van eetstoornispatiënten behandeld in de gespecialiseerde centra in Vlaanderen anno 2014, PowerPointpresentatie, vierde congres Vlaamse Academie Eetstoornissen, https://drive.google.com/file/d/0B3c2ulw0Phj8SVVwUW9NajRLa0E/view
(4) Preti A et al., The epidemiology of eating disorders in six European countries: results of the ESEMeD-WMH project. Journal of Psychiatric Research, 2009.
Mede mogelijk gemaakt dankzij de steun van: