Psychologen trekken naar de Raad van State om een aantal problemen in de conventie aan te kaarten en te verhinderen dat de conventie in deze vorm tot uitvoering zal komen. In hun persmededeling benoemen zij een aantal van de pijnpunten die ik ook zie: problemen met beroepsgeheim (en dus onze deontologische code), met vrije keuze van hulpverlener (nochtans een patiëntenrecht), met de autonomie van ons beroep enz. Deze problemen worden terecht aangekaart, vb. ook door patiëntenvertegenwoordigster Lynn De Pelsmaeker.
Beroepsgeheim op de schop?
Stel dat je merkt dat kopzorgen je bezighouden. Je voelt dat het misschien wel tijd is om er met iemand over te praten, want je slaapt niet meer zo goed, je drinkt misschien wat teveel alcohol, je trekt je in jezelf terug of gaat juist teveel op in het zoeken van allerlei afleiding…
Of misschien spreekt de huisarts je wel aan omdat je met stress-geïnduceerde klachten langskomt (hoofdpijn, nekpijn, hoge bloeddruk, (chronische) hyperventilatie,…). Je krijgt een verwijzing voor psychologische zorg.
De zoektocht start naar een eerstelijnspsycholoog (ELP). Hopelijk kan je huisarts je meteen aan een lijstje helpen. Je maakt een eerste afspraak en de ELP bekijkt wat de klachten zijn, wat je voorgeschiedenis is aan hulp en klachten en wat je al geholpen heeft. Er wordt een verslag (‘functioneel bilan’) opgemaakt, zodat ook je huisarts weet wat er speelt. Maar wil je dat wel?
Het kan zijn dat de ELP inschat dat je met een aantal sessies rond vb. stressbeheersing, faalangst, gezonde gewoontevorming,… goed geholpen zal zijn.
Het kan ook zijn dat de ELP inschat dat er meer zorg nodig is. Stel bijvoorbeeld dat je in het verleden al vaker depressieve of angstige periodes had, of dat je de afgelopen periode meerdere impactvolle gebeurtenissen meegemaakt hebt die je leven wat op z’n kop hebben gezet (verhuizen, relatiebreuk, medische ziekte, ontslag of nieuwe job, kind geboren, iemand uit je omgeving overleden,…). Of misschien hoort de ELP in je verhaal wel signalen van ACE’s (adverse childhood experiences), die ons waakzaam maken om te kiezen voor quick fixes en die eerder grondige zorg vragen. Ook hiervan wordt een verslag gemaakt, zodat je huisarts weet wat er speelt. Maar wil je dat wel? Bovendien zal een instantie waar je verder niks mee te maken hebt, op basis van dit bilan moeten beslissen of je ‘recht hebt’ op gespecialiseerde hulp. Met andere woorden: iemand met wie jij geen behandel-relatie hebt, heeft inzage in dit bilan en velt een oordeel over welke hulp je terugbetaald zal krijgen.
Als het geen probleem voor je is, zal dit alles vlot verlopen. Maar wat als je niet wilt dat anderen iets over je privéleven weten? Of wat als je liever niet hebt dat je huisarts bepaalde aanleidingen voor je psychisch worstelen kent (ook al heeft je huisarts net zo goed beroepsgeheim en wens ik iedereen net een heel open relatie met de huisarts toe)? Je psycholoog hoeft immers ook niet te weten dat je genitale wratten hebt…
Hulp voor iedereen?
Een ander pijnpunt voor mij persoonlijk is dat juist mensen die het meest kwetsbaar zijn het minst beroep zullen kunnen doen op terugbetaling. Immers, als je op voorhand inschat dat iemand niet geholpen zal zijn met 20 sessies, dan kan die persoon in principe geen beroep doen op de zogenaamde ‘gespecialiseerde zorg’ (al kunnen wij psychologen ons gelukkig ook vergissen, en inschatten dat 20 sessies mogelijk wel degelijk voldoende kunnen zijn). Hij moet dan zoeken naar andere hulp voor langdurige psychische kwetsbaarheid (vb mobiele teams, psychiatrische thuiszorg, of duurdere privé-therapie).
Daarnaast heb ik het er moeilijk mee dat mensen die meer dan voldoende inkomen hebben om zich te laten bijstaan mogelijks de plaats innemen van mensen die minder vermogend zijn. Er is slechts een beperkt budget beschikbaar: voor wie willen we dit inzetten? Misschien is het vanwege mijn roots, die ook in het sociaal werk liggen, maar zorg voor de kwetsbaarsten is voor mij een gevoelig punt.
Solidariteit
Een conventie als deze zou immers meer mogen inzetten op solidariteit: wie verhoogde tegemoetkoming heeft, wie een leefloon of andere uitkering ontvangt, zou dan een lagere persoonlijke bijdrage betalen dan iemand die voldoende financiële middelen heeft. Op die manier kunnen méér mensen gebruikmaken van dit soort public health initiatieven, waar ik op zich wel degelijk voorstander van ben! We weten o.a. van Dr. Jim White en internationale onderzoeken in het kader van positieve psychologie hoe groot de impact kan zijn op diverse gezondheidsindicatoren van public health programma’s die inzetten op het bevorderen van mentaal en fysiek welzijn!
Daarom ben ik ook van mening dat we moeten durven overwegen om nog veel meer in te zetten op groepsaanbod ipv individuele begeleiding, én dat we ons ook moeten afvragen of we hiervoor altijd masters klinische psychologie nodig hebben… De visie van een tandem-werking met een andere hulpverlener (vb ervaringsdeskundige, sociaal werker of bachelor toegepaste psychologie) vind ik daarom wel degelijk een meerwaarde. Jammer dat dit enkel voorzien is in het eerstelijnsaanbod, waar ervaringsdeskundigen misschien ook wel net wat minder hun sterktes kunnen inzetten.
Voor mij voelt deze conventie aan als een concept waar verschillende motieven een rol in hebben gespeeld. Enerzijds is er de nieuwe visie op (mentale) gezondheid, waarbij inzetten op preventie en op lokale initiatieven belangrijke pijlers zijn. Anderzijds is er het oud zeer van de terugbetaling van psychologische / psychotherapeutische ambulante zorg.
Deze twee motieven lijken in deze conventie samengenomen te worden. Twee vliegen in één klap, moet men hebben gedacht. Maar het werd wel een conventie waarmee het moeilijk deontologisch verantwoord werken wordt…
De beroepsverenigingen die de conventie aanvechten bij de Raad van State stellen als alternatief voor om de bestaande systemen van terugbetaling via de mutualiteiten en centra voor geestelijke gezondheidszorg (waar je nu ook aan 11€ therapie kan volgen, of 4€ indien je recht hebt op verminderd tarief) verder uit te breiden. Dit zou alvast veel van de bovenstaande zorgen kunnen wegnemen.
Dat er nog meer ingezet kan worden op multidisciplinaire samenwerking is dan weer een andere zorg. Want hoe je het ook draait of keert, psychologie en medische zorg gaan hand in hand. Mens sana in corpore sano, zoals de Romeinen al wisten…
Deze tekst vertolkt een persoonlijk standpunt en werd geschreven in eigen naam.
Els Verheyen
Sociaal werker – Klinisch psycholoog – Psychotherapeut – Ervaringsdeskundige en nog zoveel meer…
Net als mijn cliënten pas ik moeilijk in een hokje 😉