Vrijdag 25 november organiseerde de Vlaamse Vereniging van Cliëntgericht-Experiëntiële Psychotherapie en Counseling (VVCEPC) voor het eerst haar boeiende (online) evenement ‘Crossings‘.
Deze novemberdag stonden er twee thema’s op de planning: de factsheet over de wetenschappelijke onderbouwing van Persoonsgerichte psychotherapie en de link tussen Focussing en Emotion-Focussed Therapie.
In het eerste deel van de ontmoeting vertelde Ellen Gunst ons meer over de zeer recent gepubliceerde NVP-factsheet Persoonsgerichte Experiëntiële Psychotherapie. Gunst was initiatiefneemster en erg nauw betrokken bij de uitwerking van de factsheet.
We werden meegenomen in de aanleidingen en het proces van ontwikkelen tot de uiteindelijke publicatie van deze factsheet. Zo kregen we een toeleiding naar een boeiende uitwisseling over de plaats van onderzoek binnen onze psychotherapiestroming, maar ook over de pijnpunten die naar boven kwamen om ons model wetenschappelijke ‘street credibility’ te geven.
Kadering
De factsheet Persoonsgerichte Experiëntiële Psychotherapie maakt deel uit van de NVP-serie wetenschappelijke factsheets over psychotherapie en is tot stand gekomen in samenwerking met de VPeP (Nederlandse Vereniging) en VVCEPC (Vlaamse Vereniging).
In deze factsheet vind je een omschrijving van persoonsgerichte experiëntiële psychotherapie. Je leest er dus meer over wat deze vorm van psychotherapie typeert en welke evidentie ervoor bestaat.
“Persoonsgericht betekent dat de patiënt benaderd wordt als een uniek individu. Het uitgangspunt is niet zozeer een DSM-diagnose, maar hoe de patiënt zijn of haar klachten en situatie ervaart en welke betekenis de klachten hebben binnen zijn of haar unieke levenssituatie, persoonlijke levensgeschiedenis en de existentiële uitdagingen die eigen zijn aan het menszijn. Naast het zich anders leren verbinden met de ander, staat het verdiepen en exploreren van de hier-ennu lijfelijk gevoelde innerlijke beleving centraal. Beleving verwijst naar de (impliciete) emotionele betekenissen die een persoon in de loop van zijn of haar levensgeschiedenis heeft ontwikkeld en die zijn of haar emotionele interpretatie van de werkelijkheid (ver)kleuren; alsook naar adaptieve of maladaptieve emoties en gezonde (gefrustreerde) interpersoonlijke behoeftes. De zeggingskracht van het lichaam heeft een belangrijke rol: door te focussen op en stil te staan bij innerlijke gewaarwordingen exploreert de patiënt zowel de eigen binnenwereld als het contact met de ander. Door de betekenis van de klachten te doorvoelen en te begrijpen, kunnen belevingen veranderen, onderliggende gezonde behoeftes voelbaar worden en komen nieuwe (existentiële) keuzemogelijkheden ter beschikking.” (NVP, Factsheet Persoonsgerichte experiëntiële psychotherapie bij volwassenen, p. 2).
Op basis van beschikbaar wetenschappelijk onderzoek biedt de factsheet een overzicht van de huidige bewijskracht ten aanzien van de effectiviteit ervan bij specifieke (DSM-geclassificeerde) psychische stoornissen en bij andere problematiek die vaak gepaard gaat met psychische problemen, zoals relatieproblemen.
Voor collega’s uit onze therapiestroming die hieraan meewerkten, is het een hele zoektocht en grote inspanning geweest, omdat we in feite een andere manier hebben om naar psychische problemen te kijken dan het DSM-denken. De Persoonsgerichte Psychotherapie maakt in principe gebruik van procesonderzoek (in plaats van classificatiediagnostiek): we kijken naar het proces van mensen, staan stil bij innerlijke conflicten en blokkades en zoeken een weg om daar verandering in te brengen. Zo wordt elke therapie een uniek traject. Naast dit uiterst individuele van persoonsgerichte psychotherapie, zijn er in dit soort therapieprocessen toch ook de typerende (grond)houding te herkennen, met een eigen interactiestijl, een bijzondere aandacht voor de experiëntiële beleving en de existentiële betekenislaag, en met ‘markers’ om specifieke interventies te initiëren.
In deze factsheet komt procesonderzoek niet expliciet aan bod. De resultaten die hier gepresenteerd worden, zijn dus enigszins beperkt. Wanneer er immers voor een specifieke interventie of een specifieke doelgroep (DSM-classificatie) nog geen randomised controlled trials werden gedaan, kan er niet gezegd worden dat een therapievorm ‘niet werkt’. We kunnen enkel zeggen dat we momenteel geen evidentie hebben om ons over de werkzaamheid uit te spreken.
Deze factsheet geeft antwoord op de vraag welke van de persoonsgerichte experiëntiële psychotherapieën voldoen aan de eisen voor wetenschappelijk bewijs die het Zorginstituut Nederland hanteert voor de werkzaamheid van behandelingen.
Het document kan je hier terugvinden.