Toen ik begon te studeren was er een vaag bewustzijn dat mijn keuze voor een sociale studie (eerst als sociaal werker, nadien als psycholoog, dan docent en psychotherapeut) gedreven werd door eigen ervaringen. Het zien van ongelijkheid en onrechtvaardigheid, maar ook het zelf beleven van ‘niet gezien worden’ in moeilijkheden die ik als kind ervaarde zijn daarin belangrijke drijfveren geweest. Het fenomeen van het ‘redderscomplex’ werd in mijn eerste jaar sociaal werk benoemd en ik voelde toen al aan dat het een aandachtspunt zou worden. Het idee dat er onbewuste motieven meespelen in onze keuzes intrigeerde me toen al sterk en heeft me sindsdien ook niet losgelaten.
Vanuit persoonlijke motieven de drang voelen om anderen te redden kan immers nefast zijn, zowel voor de mensen die je wil helpen als voor jezelf. Zo leerde ik al snel dat mensen juist sterker kunnen groeien wanneer ze dat op eigen tempo en op eigen voorwaarden mogen doen, en niet vanuit een belerend vingertje of een redder die alles in jouw plaats oplost. Toch is hulpverlenen vaak als het dansen van een tango: wanneer leid ik en wanneer volg ik? En, welke richting gaan we samen uit?
Onlangs kwam ik het boeiende artikel “De psychotherapeut als wounded healer” van Chiara Staal tegen. Daarin bespreekt ze de complexe relatie tussen therapeuten en hun eigen psychologische verwondingen. Dit concept van de ‘wounded healer’ verwijst naar hulpverleners die zelf met emotionele problemen kampen en hoe deze ervaringen zowel nadelen als voordelen kunnen bieden in hun dagelijks werken. Staal biedt een gedetailleerde analyse van de onbewuste motieven die therapeuten ertoe drijven om anderen te helpen en benadrukt het belang van zelfbewustzijn om effectief te kunnen werken. Zelf ben ik ervan overtuigd dat we als hulpverleners maar integer kunnen werken wanneer we ons bewust zijn van mogelijke valkuilen en neigingen die voortkomen uit eigen ervaringen.
De wens om anderen bij te staan en te helpen geldt
Chiara Staal
mogelijk als een verhulde manier om ook iets in onszelf te
verhelpen of eerder opgelopen tekorten aan te vullen.
Wanneer we onze eigen ervaringen en emotionele bagage beter begrijpen en kunnen integreren in ons verhaal en in ons hulpverlener-zijn, zullen we beter in staat zijn om unieke kwetsbaarheden om te zetten in kracht.
Aandachtspunten voor hulpverleners die wounded healers zijn
- Bewustwording van onbewuste motieven: Als hulpverlener onderzoek je best jouw eigen onbewuste motieven voor het kiezen van dit beroep. Vroege negatieve ervaringen en onvervulde behoeften kunnen je ertoe hebben aangezet om anderen te willen helpen, maar deze motieven kunnen ook onbewust je werk beïnvloeden in een richting die niet altijd groeibevorderend is. Zo kan het zijn dat we mensen onvoldoende durven confronteren of grenzen durven stellen omdat we onrustig worden van conflict, of dat we ons zo opstellen dat cliënten meermaals dankbaarheid gaan uiten (om tegemoet te komen aan een onvervulde behoefte aan erkenning krijgen of gezien worden).
- Het belang van zelfonderzoek: Hulpverleners werken met zichzelf als instrument. Om die reden moeten we voortdurend onze eigen psychische gezondheid evalueren en persoonlijke moeilijkheden onderzoeken. Ook wanneer we bij verschillende cliënten weerkerende patronen herkennen in hoe processen verlopen, is het zinvol om dat te onderzoeken: wat zegt dit misschien over onszelf, meer dan over onze individuele cliënten? Dit zelfonderzoek helpt ons niet alleen om eigen innerlijke conflicten te begrijpen, maar het helpt ook om te voorkomen dat we deze op onze cliënten projecteren. Hierin ligt dus het belang van eigen therapie of intervisie en supervisie.
- Risico’s van onbewuste motieven: Wanneer therapeuten zich niet bewust zijn van hun eigen emotionele bagage, kunnen ze deze onbewust uitleven in hun werk. Dit kan schadelijk zijn voor zowel henzelf als voor de mensen met wie ze werken. Het is cruciaal dat therapeuten leren omgaan met hun eigen pijnlijke ervaringen om deze effectief te integreren in hun professionele rol. Je kan immers maar bewust kiezen voor andere manieren van reageren en inter-ageren, wanneer je je meer bewust bent van wat je zelf zo probeert te vermijden of wat je aan patronen vaak herhaalt in interacties.
- Positieve aspecten van de wounded healer: Wanneer je eigen emotionele moeilijkheden hebt doorwerkt, kan er zich een unieke empathie en begrip ontwikkelen voor cliënten. Deze persoonlijke ervaringen met pijn of existentiële levensthema’s kan je in staat stellen diepere verbindingen te maken en effectiever te zijn in de procesbegeleiding. Je wordt sensitiever, je pikt andere signalen op en je voelt de moed en sterkte in jezelf om hierover in gesprek te gaan en om mensen mee op weg te nemen naar waar het pijn doet.
- Balans tussen professionele en persoonlijke behoeften: Als hulpverleners moeten we een balans weten te vinden tussen het vervullen van de behoeften van onze cliënten en het zorgen voor het eigen welzijn. Het is belangrijk dat we tijd en ruimte nemen voor zelfzorg en persoonlijke groei om daarmee burn-out en secundaire traumatisering te voorkomen.